Dankzij nieuwbouw kan Dacomex najaarspiek beter opvangen
In samenwerking met AGF Primeur, september 2021
In 2018 ontstonden de eerste nieuwbouwplannen bij uien- en aardappelexporteur Dacomex in Sint-Maartensdijk. Deze zomer is de nieuwe productielijn in de nieuwe hal opgeleverd. Maarten van Damme, die de derde generatie van het familiebedrijf vertegenwoordigt, is erg in zijn nopjes met de uitbreiding. “In plaats van 40 ton kunnen we nu tot 70 ton uien per uur verwerken.”
Niet dat de insteek is om alleen maar grotere volumes te gaan draaien, maar de Zeeuwse uienexporteur wilde wel een stuk flexibeler worden. “Onze capaciteit was in de piekperiodes niet toereikend, waardoor we veel uien bij moesten kopen bij collega’s. Bovendien was ons huidige machinepark aan vervanging toe. Vandaar dat we de koe meteen goed bij de horens hebben gevat.”
“Van oudsher zijn wij een echte Afrika-speler, dus de druk ligt in het najaar op de eerste maanden van het seizoen. Op maandag doe ik de meeste verkoop voor Afrika, omdat de boten ingedeeld kunnen worden voor het einde van de week. Kwam er op dinsdag een order na en hadden collega’s die voor ons verpakten geen ruimte, dan moest je dus ‛nee’ zeggen tegen de klant. Daar wilden we vanaf. Overigens willen we zeker nog samen blijven werken met verpakkers waar we al jaren mee samenwerken. Die band die we in die jaren hebben opgebouwd geven we niet op. Alleen kunnen we nu wat rustiger werken als er een klantje bijkomt en kunnen we grotere volumes leveren aan de bestaande klanten. Door verder te automatiseren, blijven we ook grotendeels met dezelfde club mensen werken. De nieuwe installaties kunnen eenvoudig een tandje harder of zachter worden gezet, waardoor we flexibeler zijn en we de productiekosten verder kunnen verlagen.”
Eqraft hoofdaannemer
Dacomex maakte van de gelegenheid gebruik om bij verschillende collega-uienverpakkers inspiratie op te doen voor de nieuwbouw. “Bij iedereen, zowel verpakkers die aan ons leveren als directe concurrenten zijn we gastvrij ontvangen, dat hebben we erg gewaardeerd.” Na een inventarisatie bij de machineleveranciers viel de keuze uiteindelijk op Eqraft. Zij hebben als hoofdaannemer de plannen verder uitgetekend en de algehele coördinatie verzorgd. “Voor ons werkte dat ideaal. Je merkt dat Eqraft echt een uienspecialist is. Ze hebben diverse afstaarters, leeskamers, evenflows, kantelbunkers, inpakmachines en banden geleverd. Naast Eqraft hebben verschillende andere bedrijven die zich hebben bewezen in de uiensector meegewerkt aan het project.”
Het bedrijf maakte de bewuste keuze om niet optisch te sorteren. “We sluiten dit voor de toekomst niet uit en hebben de mogelijkheid ingebouwd om met vrij eenvoudige aanpassingen over te schakelen op optische sortering, maar wij konden het op dit moment nog niet rond rekenen. De optische sorteertechniek is nog in ontwikkeling en voor ons kwam de kostprijs te hoog uit. Vandaar dat wij nu gekozen hebben voor een conventionele lijn.”
Groot voordeel voor Dacomex is dat het bedrijf volop ruimte had voor uitbreiding. “De locatie waar nu de nieuwe hal staat, gebruikten we altijd als stortplek en voor onze vrachtwagens. We hadden dus alle ruimte om een hal te bouwen, inclusief een nieuw parkeerterrein. Daar hebben we meteen twintig aansluitingen voor reefers en onderlossers neergezet.”
Al sinds jaar en dag combineert Dacomex de handel in aardappelen en uien. “Toen Rusland nog open was deden we meer aardappelen dan uien, de laatste jaren is de verhouding uien groter geworden dan aardappelen,” vertelt Maarten. “Afrika is goed voor 60% van onze afzet en het Verenigd Koninkrijk is onze tweede bestemming. Daarnaast hebben we afzet in Zuid-Amerika en het Verre Oosten.”
Volop exportkansen
Hoewel de lokale teelt in een belangrijk afzetland als Senegal jaarlijks toeneemt, ziet Maarten de toekomst voor de uienexport positief in. “Maar we hebben er wel mee te maken dat het venster waarin de markt geopend is kleiner wordt en de eigen oogst alleen maar groter. Met aardappelen zie ik Senegal nog wel zelfvoorzienend worden, maar niet met uien. De bevolkingsgroei is gigantisch, dus voorlopig kunnen we daar onze uien echt nog wel goed kwijt. Ook dit seizoen verwacht ik dat we net als vorig jaar volop kunnen exporteren, mits de containers beschikbaar zijn. Wel komen er meer kapers op de kust. Dat zagen we bijvoorbeeld in juni toen onze uien zo goed als van de markt waren en Marokko de Afrikaanse markt bediende met kwalitatief hoogwaardige uien.”
“En die kwaliteit moeten we in Nederland ook hoog zien te houden. We kunnen de hele wereld over met onze uien, maar we moeten ons wel beseffen dat op bepaalde percelen de kwaliteit hard achteruit gaat. De ui is door de jaren heen een goed renderend gewas, maar we moeten wel op die plekken blijven telen waar ook de kwalitatief beste uien vandaan komen, anders gooien we onze eigen glazen in. Het is belangrijker om naar de maximale kwaliteit te kijken dan de maximale tonnage,” besluit Maarten.